-door Roderik van de Wardt-
Weinig mensen kennen de brug van Daarlerveen. Toch speelt die kleine brug de hoofdrol in de oorlogsverhalen van voormalig Sergeant Leo den Teuling. In mei 1940 blies hij hem op. Zoons en kleinzoons raakten gefascineerd door zijn avonturen. Zondag 28 oktober keerde Den Teuling, samen met zijn familie, terug op die voor hem zo bijzondere plek.
Ik rijd met de kleinzoons Reinout en Jelle mee naar Zaandam om Leo den Teuling op te halen. Gebak met royale toefen slagroom staat voor ons klaar. Het is een beetje feest voor de 91-jarige, die zeer vereerd is dat er straks journalisten van meerdere kranten aanwezig zullen zijn. “Ik heb mijn mooiste pak aangedaan, voor die fotograaf.” Zijn hoogbejaarde leeftijd is Den Teuling niet aan te zien. Hij oogt energiek, enthousiast en een klein beetje zenuwachtig.
40 satellieten
Dat laatste is niet vreemd, want hij gaat voor de allereerste keer terug naar Daarlerveen. Ruim 66 jaar na dato. Dit keer niet om de grens te bewaken tegen de Duitsers, maar uit nostalgie. Niet in een trage legertruck, maar luxueus in een auto met navigatiesysteem. Onderweg legt Reinout uit hoe dat systeem werkt. Een verhaal over 40 satellieten, zich kruisende laserstralen en geavanceerde communicatietechniek volgt. Zijn opa luistert aandachtig.
Ter hoogte van Almelo begint voor Den Teuling het landschap te leven. “Hier was vroeger een zandweg. Of was het toch daar? Het is echt onherkenbaar veranderd…” Hij lacht en wijst op het navigatiesysteem: “Goed dat we dat ding hebben, anders hadden we het nooit gevonden.”
Toen Den Teuling in 1939 naar Daarlerveen werd gezonden, was de snelweg van nu nog een veredeld karrenspoor. De enige telefoon in de wijde omgeving stond bij een kapper, aan de oostkant van het kanaal. De Sergeant en zijn tien manschappen sliepen ´s nachts in het schoolgebouw. Familie Bolks hield een oogje in het zeil en verwende de jongens met lekkernijen. Zo bewaakten de soldaten twee jaar lang de grens. In de strenge winter van 1939 bonden ze op verlofdagen de schaatsen onder. Ze schaatsten naar Vroomshoop en verder: naar Geerdijk. Daar leerde Den Teuling op het ijs Gon Groot kennen. Ze was het meisje waar hij mee zou trouwen.
Familie van familie
Te Daarlerveen voegen de zoons Tom en Arnold en kleinzoon Thijs zich bij het gezelschap. Onze groep wordt nog groter als zich een journalist van Tubantia meldt. Den Teuling is op dat moment al zelf op onderzoek uitgegaan. Hij popelt om te weten te komen of hier nog mensen van toen leven.
Bij het derde huis waar hij aanbelt is het raak. De bewoner vertelt hoe het na de oorlog met de brug is verdergegaan. Het Nederlands leger oefende er. Wat ze oefenden? Het opblazen van bruggen! En ja, de man kent nog familie van de familie die hier toen woonde. Ze zijn verhuisd naar verderop. “Want het is hier allemaal veel groter geworden…”
Toen op 10 mei 1940 de Duitse aanval begon, kreeg het regiment het bevel zich terug te trekken. Onderweg moesten ze alle bruggen opblazen om zo de Duitse opmars te vertragen. Allereerst de brug die een thuis voor ze was geworden: de brug van Daarlerveen. Daarna liet Den Teuling nog 4 bruggen ploffen.
Een knallend verhaal
Vandaag, bijna 70 jaar later, rijden wij dezelfde route als Den Teulings sectie in mei 1940. Temidden van de uitgestrekte weilanden bekent de vroegere Sergeant dat hem van het landschap niet veel is bijgebleven. Van de bruggen des te meer. Hij heeft bij iedere brug een knallend verhaal. Zijn toehoorders zien eindelijk de plaatsen die ze kennen uit de verhalen. Het verleden verweeft zich met het heden. De laatste brug, een moderne betonnen kolos, herinnert nu in niets meer aan de vorige eeuw. “Dat was grondig werk, pa.” grapt zoon Tom met een knipoog naar zijn vader.
Heerde
Aan de overkant van de IJssel ligt Heerde. Hier vond het meest dramatische deel van Den Teulings verhaal plaats. Het zich terugtrekkende leger had een tekort aan vervoersmiddelen. Daarom zaten er in de wél beschikbare vrachtwagens veel te veel soldaten. In Heerde vloog de zwaarbeladen vrachtwagen uit een scherpe bocht en schampte een boom. Er vielen twee doden. Den Teuling kende de mannen niet.
In Heerde hebben we een afspraak met Ab Thijssen van de Heemkundekring. Ook treffen we er een journalist en een fotograaf van dagblad De Stentor. Thijssen vertelt dat het ongeluk destijds een grote gebeurtenis was voor Heerde. Feitelijk begon voor het dorp op dat moment de oorlog. De impact blijkt alleen al uit het feit dat J.A. de Wit, de Meesterverteller van Heerde, er een verhaal aan wijdde. Het leest als een heldenepos. Zo kennen we ineens de namen van de omgekomen soldaten: Jan Hoekstra en Harm Portijk.
Gezamenlijk lopen we de Eperweg af. De plek van het ongeluk is snel gevonden. De bocht en de boom, ze zijn er nog. Zo krijgt Den Teulings geschiedenis steeds meer gezicht. Na weer een fotosessie, gaat het richting dorpskroeg. Daar sluiten we onze tocht af met uitsmijters en bier. Den Teuling heft het glas en proost op de gezondheid van het gezelschap. Daarna wordt hij stiller. Valt 66 jaar in één dag te bevatten?