“Rondje Texel”, Officieel de Ronde om Texel, is een zeilwedstrijd voor open catamarans die jaarlijks wordt gezeild in juni. Elk jaar doen honderden catamarans uit binnen- en buitenland mee aan deze wedstrijd, waardoor Rondje Texel met trots het predicaat “Biggest Catrace of the World” draagt. Onderstaand verhaal gaat over een tocht rond dit eiland onder stevige omstandigheden (ZW, 5 – 6 bft) in 2011, wat voor de trotse bemanning van deze boot eindigde met een onverwacht grote beker…
“Zullen we afvallen?” “Nee nog heel even,,,,” “ik wil niet te vroeg bij de lijn aankomen, dan moeten we nog een keer loeven en dan weer vallen” “ja nee ja,,,, kom we gaan, hou je vast!” Als eerste Dart 18 gaan we over de startlijn, met enig gokken, een klein portie bluf en een beetje lef gaan we er als de gesmeerde bliksem vandoor.
Het is Rondje Texel, 25 juni 2011. Ruime windkracht 5 of een kleine zes, wie zal het zeggen. Ik ben al vaker om Texel heen gevaren, met als beste resultaat twee keer tweede in de Dart 18 Klasse, samen met Arend. En nu, samen met Angela, haar eerste Rondje en ons doel was van begin af aan duidelijk: als eerste finishen in de Dartklasse, een klasse waar ongeveer 35 deelnemers van aanwezig zijn.
Vrijdagmiddag, de dag voor de race, zijn we al betrapt door onze vrienden van Catamaranclub Cat 7.2 uit Hargen aan Zee: we zijn niet aan het feesten of ons moed voor de volgende dag aan het indrinken, we zitten met laptop, boeken en getijdetabellen op schoot voorin de auto de ideale route rond het eiland uit te stippelen. Tijdschema, hoe laat we waar willen en denken te zijn, verwachte getijden, we zijn er wel even mee bezig geweest.
En daar zitten we nu, samen op de boot, de wind trekt uit het zuid westen langs de kust. We hebben een plan dat uitgevoerd gaat worden. Zuid west, dat betekent: wachten op de start, in de wind liggen met je rug naar de startlijn, het juiste moment afwachten om te starten, niet te vroeg zijn, afvallen, bare away, niet over de kop slaan en gaan.
Met de hoge golven en harde wind in de rug hebben we de grootste moeite de boot onder controle te houden en niet voorover te duiken, dan eindigt het hele feest in een onvrijwillige zwempartij. Al snel is duidelijk: verder op zee gaat het harder, meer wind, meer stroming mee, maar wij kunnen onder deze omstandigheden de boot onder de wal maar net houden.
Eén keer hebben we de boot met de kop in de wind stilgelegd op de Noordzee, onderweg naar de vuurtoren. De boot liep uit het roer en de schoten lagen in het water. Ondanks onze bliksemstart worden we snel bijgehaald en ingehaald, als vijfde Dart 18 ronden we de vuurtoren op de noordelijke punt van het eiland.
Vol zelfvertrouwen kijken we naar dit deel van de tocht uit. Vanaf de vuurtoren wordt het halve wind, ons lievelingskoersje waarbij het niet hard genoeg kan gaan. De luwte van het eiland zorgt voor minder golven en vlakker water, voor ons ideale race-omstandigheden. Hier wordt zo dadelijk de achterstand wel weer goed gemaakt.
Maar ergens loopt het niet. De boot is niet aan de praat te krijgen, de grootschoot gaat zo zwaar… en er gebeuren rare dingen, zeilers staan in het water, boten liggen om, er lijkt iets helemaal mis te zijn. Het heeft iets surrealistisch, al die snellere boten die aan de grond zijn gelopen en bekenden die tot halverwege hun knieën door het water waden. Echt begrijpen doen we het niet, het dringt ook niet echt door, we zijn op onszelf gericht, liggen achter en hebben vreselijk veel haast.
Gelukkig is de Dart 18 een kleinere catamaran, heeft geen zwaarden en daardoor minder diepgang. Wij zijn langzamer dan de boten die zijn vastgelopen, maar we kunnen in elk geval door. Onze roeren lopen ook wel op, we raken regelmatig de bodem, de boot wordt er praktisch onbestuurbaar van. Links en rechts varen we een paar vastgelopen boten voorbij, maar er blijven een paar Darts stug voor ons hangen waar we maar niet dichterbij komen.
Er ontstaat wat discussie aan boord. Wat nu? Weg van de ondiepte, maar waar moeten we heen? Ook wij blijven last houden van de lage waterstand, het is zwaar en moeilijk de boot te controleren en koers te houden. Hier hebben we even geen rekening mee gehouden, gisteren voorin de auto.
Dan komen uit het niets twee Texelaars op een Dart 18 aanzetten. Ze zaten achter ons bij de vuurtoren. Zij varen veel harder, hebben veel meer water onder de kiel. Tegen ons plan en gewoonte in besluiten we hen te volgen, zij zijn hier vaker geweest en kennen de weg.
Langzaam maar zeker kruipen we weg van de ondiepte, achter onze gidsen aan. Het lijkt alsof we een stevige omweg nemen, maar dat nemen we maar voor lief. We varen! We zeilen weer! We zeilen om een paar voorliggers heen, het zijn onze Dart vrienden die blijven ploeteren op de kortste weg.
Bij de eerste slag op het Wad, terug naar de wal, kijken we om ons heen. We liggen één en twee, twee en één. Er zijn al veel meer boten op het Wad, maar wij zijn de eerste Darts. Er ontstaat een enerverend gevecht van bakboord nemen en stuurboord geven, eerste liggen en dan weer tweede en dan weer eerste. Maar uiteindelijk zal er maar één winnaar zijn…
Het is een stevig potje zeilen, dan ligt onze gidsboot weer voor, dan wij weer. Wat is dat eenheidsklasse zeilen toch geniaal, het ligt niet aan het materiaal, het gaat om ons. Wie pakt de beste koers, maakt de minste fouten en maakte de snelste overstagjes? Wie toont vandaag het beste teamwork, heeft vandaag de langste adem?
Het stuivertje wisselen houdt aan op het Wad, van de IJzeren Kaap tot ver voorbij Oude Schild. Pas vlak voor de Teso, de veerboot naar Den Helder, aan het eind van het Wad en na ruim een uur zeilen, lijkt de beslissing te vallen. Plotseling liggen we met een voorsprong van drie slagen definitief op kop. Verdedigen wordt vanaf nu het devies.
We ronden de zuidelijke punt van het eiland en de koers verandert weer van aan de wind naar halve wind. Weer kan ik de grootschoot niet dichttrekken en -houden, er gebeuren toch rare dingen.. Normaal trek ik de schoot veel te dicht, nu krijg ik hem niet dicht… wat is er toch? Door al het gesleur zit er geen kracht meer in mijn lijf, het is op, ik kan niet meer. Met trillende armen en benen hang ik in de trapeze, het is niet te geloven.
Dan ziet Angela de oorzaak van het probleem: één van de wielen van het grootschootblok is uit de lagers gelopen. We besluiten de schoot maar te houden voor wat het is en er het beste van te maken. We kijken naar boven, de wind is gelukkig iets gaan liggen maar de mast buigt af en toe akelig ver door… en we begrijpen waarom het op het stuk na de vuurtoren ook al niet liep, de schoot was toen al kapot.
Achter ons gaat de mast van de achtervolgende Dart 18 overboord. Op het strand naast de TESO volgt een noodreparatie waarna onze companen van de Waddenzee uiteindelijk hun weg weer kunnen vervolgen. Bij ons is de druk eraf, het is gedaan. Zolang we de boel verder heel houden en geen gekke dingen meer doen hebben we ons doel bereikt. We liggen aan kop in onze klasse en zullen als eerste finishen.
We komen langs de Razende Bol, waar ruim anderhalf jaar later Johannes de (meisjes)bultrug aan haar einde zal komen. We zitten naast elkaar en genieten. We hebben ons vanaf de vuurtoren teruggeknokt en iedereen uit het Dart 18 veld van ons afgeschud. Voor ons uit varen twee Hobie 16’s en een hoop snelle boten met een spi. Er bekruipt ons een gedachte… Zouden we…? Zullen we?
“Zullen we het wagen? Nog even flink doorracen naar de finish en wie weet, misschien dat we nog iets leuks op handicap voor elkaar kunnen krijgen? “
We schuiven weer terug naar de juiste plekken op de boot en trimmen de boot daarmee af. We gaan weer wat harder, lopen zelfs nog weer wat in. Lijkt het. De koers is veranderd, we varen weer ruime wind, net als na de start. De kapotte schoot doet er niet meer toe, de schoot is op deze koers uitgelopen. Ik moet me stevig vasthouden, sla bijna van boord en we gaan er weer voor. We weten niet precies waarvoor we het doen, we zien wel. Als we maar wel heelhuids over de eindstreep gaan!
We passeren de oude Duitse bunkers die tegenwoordig in zee liggen, het onzichtbare wrak onder de wal, de kribben, de duinen, de vlaggen, de gefinishte en niet gestarte boten, de finishlijn, alles komt in zicht. Ons plan, het schema, de voorbereiding, het heeft allemaal gewerkt. We worden afgetoeterd, we hebben het gehaald, we hebben gewonnen.
Over de Ronde om Texel:
Meer informatie over Rondje Texel: klik hier voor de officiële website van de Ronde om Texel. De 36e editie van de Ronde om Texel wordt in 2013 gevaren op 15 juni. Ook een fantastisch schouwspel voor het publiek, om die honderden boten langs de vuurtoren en Oude Schild te zien varen.
Wat een boeiend verhaal. Het zit goed in elkaar en je vertelt onderhoudend. Schrijftalent zit zeker in de familie. Mamma
Mooi verhaal!